Wij zijn aangesloten bij de Nederlandse Orde van Advocaten
Deze column is geschreven door mr. J.L. (Linda) van Schoonhoven, advocaat bij Boer & Van Schoonhoven advocaten in Heerde. Linda is gespecialiseerd in het aansprakelijkheidsrecht en het letselschaderecht. Zij is lid van de ASP (Vereniging van advocaten voor slachtoffers van Personenschade) en lid van de LSA (vereniging van Letselschade advocaten).
Onze wet kent een gapend gat als het gaat om het vergoeden van schade als een dierbare is overleden door een fout van een ander. Als een naaste overlijdt door bijvoorbeeld een verkeersongeval, medische fout, arbeidsongeval of een misdrijf, dan geeft de Nederlandse wet de nabestaanden in grote lijnen alleen recht op een vergoeding van de begrafeniskosten als deze niet door een uitvaartverzekering zijn gedekt, en een vergoeding voor inkomstenderving wanneer de nabestaanden van het inkomen van de overledene afhankelijk waren.
In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat wanneer een minderjarige komt te overlijden bij een verkeersongeval welke is veroorzaakt door een ander, de ouders/nabestaanden met lege handen blijven staan. De enige genoegdoening die zij kunnen krijgen is een strafrechtelijke veroordeling van de veroorzaker. Keer op keer merk ik dat dit aan de nabestaanden niet uit te leggen is.
Momenteel is het Wetsvoorstel vergoeding affectieschade (= een vorm van smartengeld voor nabestaanden) in behandeling dat bepaalde nabestaanden/naasten recht geeft op een immateriële schadevergoeding indien hun dierbare is overleden of ernstig letsel heeft opgelopen als gevolg van de fout van een ander. Dit wetsvoorstel is echter nog geen wet, zodat in de praktijk verzekeraars nog steeds geen smartengeld uitkeren aan nabestaanden.
Sinds 2012 biedt wel het Schadefonds Geweldsmisdrijven nabestaanden recht op een smartengeld wanneer hun dierbare is overleden als gevolg van met opzet gepleegde misdrijven, zoals moord of doodslag. Sinds 1 juli 2016 is deze aanspraak uitgebreid naar schulddelicten, zoals het veroorzaken van een verkeersongeval met ernstig letsel tot gevolg (artikel 6 Wegenverkeerswet).
De uitkering van het Schadefonds Geweldsmisdrijven voor affectieschade bedraagt standaard € 5.000. Dat is een vergoeding voor het leed (immateriële schade/smartengeld) en eventuele financiële schade, zoals therapiekosten of inkomensverlies van de nabestaande zelf. Daarnaast kan nog steeds een aanvullende vergoeding worden verkregen als het gezinsinkomen is verminderd doordat het inkomen van de overleden partner of ouder is weggevallen.
De aanvraag bij het Schadefonds kent een verjaringstermijn van 10 jaar. De aanvraag moet dus binnen 10 jaar na de datum van het misdrijf bij het Schadefonds zijn ingediend. Voor een nabestaande gaat deze termijn lopen van de dag van het overlijden van het slachtoffer. De regeling geldt dus ook voor geweldsmisdrijven en/of verkeersongevallen die de afgelopen 10 jaar hebben plaatsvonden.
Heeft u vragen over dit onderwerp? Bel mij gerust op telefoonnummer (0578) 690080. Mailen mag natuurlijk ook: jlvanschoonhoven@bvs-advocaten.nl.
Linda van Schoonhoven