Wij zijn aangesloten bij de Nederlandse Orde van Advocaten

OKTOBER; MAAND VAN DE LETSELSCHADE: Vermogen door een letselschade-uitkering?

Oktober is door Boer & Van Schoonhoven advocaten uitgeroepen tot ‘Maand van de Letselschade’. Als één van de weinige kantoren op de Noord Veluwe is Boer & Van Schoonhoven gespecialiseerd in aansprakelijkheidsrecht en letselschade. In oktober besteden we hier extra aandacht aan en schrijven we wekelijks over uiteenlopende letselschade-onderwerpen. Maar u heeft vast ook vragen over aansprakelijkheid en letselschade. Daarom houden we deze maand elke dinsdag een geheel vrijblijvend spreekuur.

Vermogen door een letselschade-uitkering? Hoe zit het dan met de inkomensafhankelijke eigen bijdrage vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet langdurige zorg (Wlz)?

Vaak worden letselschadezaken geregeld door de schadevergoeding in één keer uit te betalen. Deze vergoeding is dan vooral bedoeld voor de te verwachten schade in de nabije toekomst. De geleden schade is vaak al door middel van voorschotten betaald. Vaak gaat het om forse bedragen, denk aan bedragen hoger dan € 75.000,00.

Op dit moment wordt een schadevergoeding uit een letselschadezaak gezien als vermogen in box 3. In de huidige eigen bijdrage systematiek van de Wmo en de Wlz wordt de hoogte van de eigen bijdrage berekend aan de hand van het verzamelinkomen van de aanvrager, en 8% van diens vermogen in box 3 (de zogenaamde vermogensinkomensbijtelling, afgekort VIB). De schadevergoeding uit een letselschadezaak heeft dus invloed op de hoogte van de eigen bijdrage Wmo en Wlz.

In de praktijk betekent dit dat een slachtoffer die een letselschade-uitkering ontvangt en langdurige zorg nodig heeft, de eigen bijdrage van het CAK ziet stijgen van bijvoorbeeld € 17,50 per vier weken naar de maximale eigen bijdrage van bijvoorbeeld € 625,00 per vier weken. Bij het berekenen van de letselschade moet een letselschadebehartiger die het slachtoffer bijstaat hier wel rekening mee houden.

Het bovenstaande geldt overigens alleen voor letselschade-uitkeringen die ontvangen zijn ná 10 oktober 2010. De uitkeringen die daarvoor werden ontvangen, worden niet toegerekend aan het vermogen in box 3.

Brief van de Minister De Jonge (VWS) van 13 juli 2018
Vanuit de letselschadebranche is door verschillende partijen waaronder de Vereniging van Letselschade Advocaten (LSA), aangegeven dat dit als onrechtvaardig wordt ervaren en dat letselschadeslachtoffers hier onevenredig hinder door ervaren.

Dit geluid is gehoord door de politiek en Minister De Jonge schrijft in zijn brief van 13 juli 2018:

“Om tegemoet te komen aan knelpunten die de partijen hebben ingebracht, ben ik van plan letselschadevergoedingen, ook voor materiële schadevergoedingen vastgesteld na 10 oktober 2010, bij een ongeval dat verlies aan arbeidsvermogen tot gevolg heeft, uit te zonderen van de vermogensinkomensbijtelling.”

Dit betekent dat vanaf 2019 letselschade-uitkeringen die na 10 oktober 2010 zijn ontvangen, niet meer meetellen voor de hoogte van de eigen bijdrage.

Mocht u een letselschade-uitkering hebben ontvangen na 10 oktober 2018 dan dient u deze niet mee te tellen bij het bepalen van de hoogte van de eigen bijdrage Wmo en Wlz. Bij het aangeven van vermogen is het dus belangrijk om te melden dat u een letselschade-uitkering heeft ontvangen.

Heeft u na het lezen van deze column vragen? Maak dan gebruik van ons letselschadespreekuur en maak geheel vrijblijvend een afspraak.

Spreekuur
In oktober houden wij elke dinsdag van 16.30 tot 19.30 uur spreekuur voor letselschadevragen. Heeft u vragen? Maak dan een geheel vrijblijvende afspraak met ons secretariaat. Ons telefoonnummer: 0578 – 690080. Mailen mag natuurlijk ook: info@bvs-advocaten.nl.