Wij zijn aangesloten bij de Nederlandse Orde van Advocaten

Column Schaapskooi november 2021; Scheiding en ondernemer?

Tweewekelijks schrijven Boer & Van Schoonhoven Advocaten, PM |Ondernemend en Feijen & De Vries Notarissen een column om u nader te informeren over financiële en juridische zaken. Deze column is geschreven door mr. W.H. (Wilma) Boer, advocaat en mediator bij Boer & Van Schoonhoven advocaten in Heerde. Wilma is gespecialiseerd in het personen- en familierecht.

Bent u ondernemer en gaat u scheiden?
Dan komt er veel op u af. Naast de zorgen die u heeft over uw kinderen, woning, etc. vraagt u zich ook af wat zijn de gevolgen voor mijn bedrijf? Op basis van welke gegevens wordt de alimentatie berekend en kan ik de alimentatie wel betalen als het minder goed gaat met mijn onderneming? Hoe zorg ik ervoor dat de continuïteit van mijn onderneming door de gevolgen van de scheiding niet in gevaar komt? Juist voor u als ondernemer is het daarom van groot belang dat u zich zowel voor als tijdens de scheidingsprocedure goed laat adviseren. Zo voorkomt u onnodige tegenslagen, beperkt u de risico’s en kunnen discussies met bijvoorbeeld de Belastingdienst worden vermeden.

Getrouwd vóór 1 januari 2018 en geen huwelijkse voorwaarden?
In dit geval dient bij een scheiding de waarde van uw onderneming mee te worden genomen in de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. Maar wat is die waarde en hoe wordt deze berekend in geval van een scheiding? Dit is onder andere afhankelijk van de vorm van uw onderneming. Heeft u een BV waarin werknemers werkzaam zijn, grote winsten worden behaald en/of sprake is van goodwill, etc. dan wordt uw onderneming op een andere manier gewaardeerd dan in het geval u een eenmanszaak drijft, waarin alleen u werkzaamheden verricht. Ook wordt meegewogen welke bedrijfseconomische plannen en vooruitzichten u heeft als ondernemer en welke waarderingsmethode gebruikelijk is in uw branche. Het maakt voor u als ondernemer nogal een verschil of bij de waardering van uw onderneming uitgegaan wordt van bijvoorbeeld de rentabiliteitswaarde of van de liquidatiewaarde. Bij een verkeerde waarderingsgrondslag kan de continuïteit van uw onderneming in gevaar komen en worden uw mogelijkheden om te ondernemen beperkt. Het is zaak dit te voorkomen.
Getrouwd na 1 januari 2018 en geen huwelijkse voorwaarden?
In deze situatie is sprake van een beperkte gemeenschap van goederen. Had u voor het huwelijk al een onderneming, dan blijft deze onderneming privé. Echter u bent op grond van de wet wel verplicht om een redelijke vergoeding aan de huwelijksgemeenschap te voldoen. Maar wat is een redelijke vergoeding en hoe wordt bij een scheiding bepaald of u zich aan deze wettelijke verplichting hebt gehouden? Dit hangt veelal af van de omstandigheden en is maatwerk.
Als de onderneming in uw privévermogen valt, is het voor u als ondernemer met een eenmanszaak, echter niet zo dat automatisch ook alle activa van de eenmanszaak tot uw privévermogen behoren. Activa van de eenmanszaak kunnen tot het gemeenschappelijk vermogen behoren als deze tijdens het huwelijk zijn aangeschaft met inkomen dat in de gemeenschap valt. Denk daarbij aan bijvoorbeeld aan de aanschaf van een auto van de zaak tijdens het huwelijk. Wordt deze met geld betaald dat behoort tot de huwelijksgemeenschap – en dus niet uit uw privévermogen als ondernemer – dan dient de waarde van de auto ook in de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap te worden meegenomen.

Getrouwd op huwelijkse voorwaarden?
Dat u op huwelijkse voorwaarden bent gehuwd, betekent niet altijd dat het bedrijf buiten beeld blijft. In veel huwelijkse voorwaarden is een zogenoemd periodiek verrekenbeding opgenomen. De echtgenoten hebben dan afgesproken dat het bedrag dat ieder jaar van het inkomen wordt gespaard (overblijft na het voldoen van de kosten van de huishouding) jaarlijks
tussen de echtgenoten wordt verdeeld. In veel gevallen wordt hieraan tijdens het huwelijk echter geen uitvoering gegeven. De wet bepaalt in dat geval dat het op het moment van scheiding aanwezige vermogen vermoed te zijn gevormd uit hetgeen verrekend had moeten worden, tenzij kort gezegd uit de eisen van redelijkheid en billijkheid anders voortvloeit. Op grond van dit bewijsvermoeden wordt er dus op voorhand vanuit gegaan dat al het aanwezige vermogen bij echtscheiding is voortgekomen uit hetgeen verrekend had moeten worden. De partij die stelt dat een deel van het vermogen niet onder het verrekenbeding uit de huwelijkse voorwaarden behoort te vallen, dient dit te bewijzen. Dit is vaak niet eenvoudig.

Meer weten?
Voor, tijdens en na een scheiding kunt u met veel vragen zitten. Wilma Boer helpt u graag verder. Zij is telefonisch te bereiken op telefoonnummer (0578) 69 00 80 en via het e-mailadres whboer@bvsadvocaten.nl.